Fibroblastgroeifactor

Structuurmodel (vereenvoudigde weegave) van het FGF-1-molecuul. Receptorbinding (geel), heparine-binding (blauw).
Opzuivering van FGF-1 met behulp van SDS-polyacryamidegelelektroforese

Fibroblastgroeifactoren (FGF) zijn een familie van celsignaleringseiwitten geproduceerd door macrofagen. Ze zijn betrokken bij een grote verscheidenheid aan processen, met name als onmisbare elementen voor de normale ontwikkeling van dierlijke cellen. Eventuele onregelmatigheden in hun functie leiden tot een reeks ontwikkelingsstoornissen. Deze groeifactoren werken doorgaans als systemische of lokaal circulerende moleculen van extracellulaire oorsprong die receptoren op het celoppervlak activeren. Een bepalende eigenschap van FGF's is dat ze binden aan heparine en aan heparinesulfaat. Sommige worden zo opgesloten in de extracellulaire matrix van weefsels die heparinesulfaatproteoglycaanen bevatten en worden lokaal vrijgegeven na verwonding of bij het omvormen van een weefsel.

FGF-moleculen binden zich aan hun specifieke receptoren (FGFR = FGF-receptor) op het celoppervlak. FGFR's zijn receptortyrosinekinasen die - na binding aan het ligand FGF - worden geactiveerd door autofosforylering en een intracellulaire signaalcascade initiëren met daaropvolgende genactivatie. FGFR's bestaan uit een extracellulair gebied dat drie immunoglobuline-achtige (IG-achtige) eiwitdomeinen (D1-D3), een enkele transmembraanhelix en een intracellulair eiwitdomein met tyrosinekinase-activiteit bevat. Een bijzonder kenmerk van het werkingsmechanisme van FGF's is dat het aanzienlijk wordt versterkt door de bijzonder hoge affiniteit van FGF's voor proteoglycanen, heparansulfaten en heparine (glycosaminoglycaan). Daarom werden de groeifactoren van de FGF-familie voorheen ook heparine-bindende groeifactoren (HBGF's) genoemd.

FGF's worden fysiologisch actief uitgescheiden bij alle vormen van weefselschade, maar vooral bij hypoxie en ischemie (upregulatie).


© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search